Welke spieren train je met fietsen?

Fietsen bouwt spieren op en verbetert het uithoudingsvermogen, zowel in snelheid als in kracht. Fietsen verstevigt en traint veel spieren in het lichaam. Hoewel de belangrijkste doelgroep zeker de spieren in het onderlichaam zijn, krijgen ook de armspieren en de kern van het lichaam een geweldige training. Fietsen heeft verschillende algemene gezondheidsvoordelen, zoals vetverlies, verbetering van hart- en longfunctie, calorieverbranding en het aanspreken van de meeste grote spiergroepen in het lichaam. Het algehele resultaat van regelmatig fietsen is een slank, fit lichaam met merkbare toename van uithoudingsvermogen.

Hier zijn de spiergroepen die worden getraind, gebruikt en versterkt tijdens het fietsen:

• Kuit – Soleus en gastrocnemius.
• Dij – Hamstrings en quadriceps.
• Bilspieren – Gluteus maximus, medius en minimus.
• Armen – Biceps en triceps.
• Schouders – Deltaspieren.
• Voet – Plantaire flexoren en dorsaalflexoren.

1. Benen

Het meest voor de hand liggende gebied van spieropbouw tijdens fietstochten is het onderlichaam en dan vooral op de benen. Fietsers ontwikkelen de twee belangrijkste spieren in de kuit: De soleus helpt de hiel op te tillen en de gastrocnemius is het prominente deel van de kuit dat fietsers in staat stelt om te trappen. De dijspieren die worden aangesproken zijn de hamstrings en quadriceps. Hamstrings geven de knie het vermogen om te buigen zodat de pedalen kunnen worden ingedrukt. Quadriceps worden het meest intensief gebruikt tijdens het fietsen en zijn essentieel om sterk te blijven op de fiets.

2. Billen

Daarna richt het fietsen zich op de bilspieren, ook wel bekend als de billen. De drie spieren in de bilspiergroep zijn de gluteus maximus, de gluteus medius en de gluteus minimus. Samen vormen deze drie spieren de billen, maar de gluteus maximus is de meest bekende en prominente. Dit gebied is essentieel tijdens het fietsen, aangezien de drie spieren samenwerken met de heupen om de dijen te roteren tijdens elke beweging in het lichaam. Fietsen zorgt doorgaans voor stevige bilspieren en een goede vorm.

3. Rug en buik

Hoewel de benen en billen zeker de meest erkende en opvallende spieren zijn die getraind worden tijdens een fietstocht, worden ook andere gebieden aangesproken. De kernspieren, inclusief de rug en buik, worden ook getraind tijdens de ritten. Strakke buikspieren stellen de rijder in staat om sterker en efficiënter te trappen en nemen ook de druk weg van de spieren in de onderrug. Bovendien helpt fietsen om algemene balansvaardigheden te verbeteren. Zo richt fietsen zich op de spinae erectores en de heupbuigers, essentiële elementen voor balans.

4. Armen en schouders

Tot slot versterkt fietsen ook het bovenlichaam. Terwijl fietsen meestal niet in verband wordt gebracht met het sterker maken van je armen (biceps en triceps) en schouders (deltaspieren), kunnen deze spieren toch positief worden beïnvloed door het rijden.. Veel fietsers veranderen van positie tijdens het rijden. Of het nu gaat om staan, voorover leunen of bukken, bovenlichaamsondersteuning is noodzakelijk om deze bewegingen vol te houden. Deze veranderingen in lichaamsbeweging leggen druk op het bovenlichaam en helpen het gebied te versterken en te verstevigen.

Bron: Bicycling.com